meditatie.spirituelestartpagina.be

Uit "Een Ongewoon Gesprek met God" van Neale Donald Walsch

Inleidend:

Ik ga je dit verhaal vertellen - deze parabel van de kleine ziel en de zon - opdat je beter zou begrijpen waarom de wereld is zoals zij is ... en hoe zij in een oogwenk kan veranderen zodra allen zich de goddelijke waarheid van hun hoogste werkelijkheid herinneren.

Nu heb je hen die zeggen dat het leven een leerschool is en dat alle dingen die je kunt waarnemen en ervaren in je leven, bedoeld zijn om te leren.

Ik heb Mij eerder hierover uitgesproken en Ik zeg je nogmaals:

Je bent niet tot leven gekomen om ook maar iets te leren; je hoeft alleen maar aan te tonen wat je al weet. Door dit te bewijzen werk je dit uit en schep je jezelf opnieuw, door je ervaring. Aldus rechtvaardig je het leven en geef je het een doel. Aldus maak je het heilig.

Meditatie: (vrije interpretatie van de tekst uit het boek)

Er was eens een ziel die van zichzelf wist dat zij het licht was.

Het was een nieuwe ziel en daarom zeer belust op ervaring.

'Ik ben het licht,' zei je.

'Ik ben het licht.'

Maar alle kennis hiervan en alle uitlatingen hierover konden de ervaring niet vervangen.

En in het rijk waaruit deze ziel ontsprong, was niets anders dan licht.

Elke ziel was groots, elke ziel was schitterend, en elke ziel scheen met de helderheid van ontzagwekkende licht van God.

Te midden van het edelste licht - waarvan jij deel uitmaakte - kon jij zichzelf niet zien of ervaren als Wie en Wat zij werkelijk was.

Nu was het zo dat je ziel ernaar verlangde en verlangde zichzelf te kennen.

En haar verlangen was zo groot dat God op een dag zei:

'Weet je, kleintje, wat je moet doen om dit verlangen van jou te bevredigen?'

'O, wat God? Ik heb er alles voor over!' reageerde de kleine ziel.

'Je moet jezelf van de rest van ons afscheiden,' antwoordde God, 'en dan moet je over jezelf de duisternis afroepen.'

'Wat is de duisternis, o, heilige?' vroeg de kleine ziel.

'Dat is wat jij niet bent,' antwoordde God en jij begreep het.

En dit was wat de ziel deed, zich van het Al verwijderen, sterker nog, jij ging zelfs naar een ander rijk.

En in dit rijk had de ziel het vermogen de ervaring van allerlei soorten van duisternis te onder- gaan. En dat is wat jij deed.

Maar te midden van alle duisternis riep de ziel uit: 'Vader, Vader, waarom hebt U mij verlaten?'

Net zoals jij hebt gedaan in je meest donkere tijden.

God heeft je nochtans nooit verlaten.

God staat je altijd bij om je eraan te herinneren Wie je werkelijk bent; klaar, altijd klaar, om je terug te roepen.

Zeg het en herhaal het :

Licht, licht, licht, Ik Ben die Ik Ben, Ik Ben Goddelijk Licht.

Wees daarom als een licht voor de duisternis en vervloek deze niet.

En vergeet niet wie je bent op het moment dat je wordt ingesloten door dat wat je niet bent. Maar prijs de schepping, zelfs al wens je die te veranderen.

En weet dat wat je doet tijdens het moment van je grootste beproeving die je grootste triomf kan zijn. Want de ervaring die je schept, is een uitdrukking van Wie je bent en Wie je verlangt te zijn.

 

opgemaakt door Muralikrishna - klik hier voor de meditatieuitleg

 

terug naar de Meditatie startpagina

Spirelbe - 2007